Artikel – Stop de samenleving van idioten

In zijn klassieker De Republiek klaagt Plato over ‘idiotes’: personen die alleen geven om eigen huis en haard en losstaan van de staat. Ik betoog dat onze moderne samenleving bestaat uit idioten: we zijn een verzameling van losse individuen, die leven zonder groter groepsverband. Er is geen vaste werk- of vriendenkring, buren, familie, gezin of langdurige relatie. Als deze manier van leven iemand gelukkig maakt ben ik daar niet op tegen. Maar ik constateer dat zeer veel mensen alleen zijn en ongelukkig. Talloze vrijgezellen zijn op Tinder, Lexa en andere datingsites wanhopig op zoek naar de ware. Veel oudere, zieke of werkloze mensen hebben nauwelijks iemand om mee te praten, ook al staan er 200 ‘vrienden’ op Facebook. Het is daarom een waanidee dat een mens niets of niemand nodig heeft, want je komt jezelf hard tegen als het lot je niet langer gunstig gezind is.

Scheiding
Bijna twee jaar geleden besloot ik de grote stap te zetten om te scheiden en te verhuizen. Mijn dochter (toen 6) zou bij mijn ex-man haar basis houden, omdat hij binnen ons gezin meer de moeder is en ik de vader. Zo vertrok ik van Amsterdam-West naar Noord. Godzijdank had ik 17 jaar wachttijd bij de sociale woningbouw, anders was ik 3-hoog achter op een onbetaalbare studentenkamer beland of in een pension voor gescheiden ouders. Of tussen de andere daklozen die de stad kent.

Niet bereikbaar
Het alleen wonen was natuurlijk wennen en wat mij vooral opviel: eigenlijk waren veel vrienden, die veelal samenwonen of zelf een gezin hebben, niet bereikbaar. Als je belde werd er sowieso niet opgenomen, noch teruggebeld. Als je sms’te of appte mocht je blij zijn als je de volgende dag bericht kreeg. Diezelfde vrienden waren wel praktisch permanent online op de sociale media, maar desalniettemin onbereikbaar. Zoals een goede vriendin mij bekende: het jaar na haar scheiding was ze zeer wanhopig, verdrietig en alleen. En die wanhoop ging eigenlijk pas over toen ze een nieuwe relatie kreeg.

Losse verbanden
De buitenlandse studenten van een vriendin uit Berlijn – ze geeft Duits – zijn vaak geshockeerd door de uiterst losse verbanden binnen de West-Europese samenleving. Heb je geen relatie en woon je alleen, dan sta je er ook echt álleen voor. Volgens haar kunnen vooral veel Arabische jongemannen deze situatie niet goed aan en vervallen ze in lethargie, omdat ze gewend zijn dat hun familie alles voor hen regelt, van werk tot vrije tijd. Kom daar maar eens om in een samenleving waar veel gezinnen en families slecht functioneren en door vechtscheidingen uiteen vallen.

Gastvrijheid
Jaren geleden merkte ik bij een bezoek aan een Bosnisch gezin al op dat wij in het Westen iets zijn kwijtgeraakt. Mijn ex-man en ik hadden een maand een gaststudent in huis gehad met wie het zo goed klikte dat hij ons gelijk uitnodigde voor een tegenbezoek aan zijn ouders thuis in Bosnië. De hartelijkheid, de warmte en de gastvrijheid waren voor mij onherkenbaar en voelden niet West-Europees.

Geld
In het verleden zal Nederland die warmte en gastvrijheid waarschijnlijk ook hebben gekend, maar tegenwoordig.. Zo kwam ik ooit op vakantie in West-Ierland een oudere man tegen die klaagde dat de sociale banden in tijden van bittere armoede beter waren dan die in de moderne welvaartstaat. En toen ik als kind collecteerde bij mij in de straat merkte ik al dat arme mensen gemakkelijker geven dan rijke: een arme man trok voor mij zijn laatste 5 gulden-briefje uit zijn broekzak; de rijke mevrouw in badjas deed met een vies gezicht snel de deur weer dicht.

Wantrouwen
Hoewel we gemiddeld een stuk rijker zijn dan vroeger lijkt onze maatschappij gebaseerd op onderling wantrouwen waar iedereen krampachtig over zijn eigen spullen waakt. Het is ‘ikke, ikke, en de rest kan stikken’, of het nu gaat om spullen, hulp of liefde. Je moet zelf genoeg zien te verzamelen, want van een ander krijg je het niet. Sterker nog, als je niet oplet, steelt die het van je. Hadden de Indianen in Noord-Amerika een cultuur van geven (heb je niet genoeg, geen probleem: je krijgt het van de buurman); in de 19e eeuw observeerden ze dat de Europeanen die en masse emigreerden en hun land inpikten ‘hechten aan spullen’.

Bij tegenslag alleen
Heb je financiële tegenslag, dan kan dat in je eentje al snel een groot probleem zijn. Een vriendin had mij tijdens de scheiding verzekerd dat ik in geval van nood altijd bij haar kon aankloppen. Toen echter puntje bij paaltje kwam en ik haar beschaamd verzocht om een lening, zei ze dat ze zelf op dat moment veel kosten had, waaronder een recente vakantie met haar gezin naar Nepal. Ook ging ze allerlei vragen stellen waarom ik dat geld nodig en hoe ik het precies zou besteden. Ik had dan ook spijt als haren op mijn hoofd van mijn vraag en ben snel naar mijn oudere moeder gerend.

Eenzaamheid
In de documentaireserie Schuldig zit de Zweeds-Nederlandse Ditte te huilen van ellende, om alle schuldeisers én haar eenzaamheid. Alsof ze sinds haar ziekte en het verliezen van haar baan is beland in een ‘fuck you, we don’t care’- samenleving. En ik ben bang dat zij niet de enige is die in Nederland thuis achter gesloten gordijnen zit te huilen van ellende en eenzaamheid.

Maakbaar?
Want zit je in de problemen, dan heb je zeker niet hard genoeg je best gedaan. In het Westen kan elke krantenbezorger immers minister-president worden. Als je maar je beste beentje voorzet. Geen geld: de staat verstrekt toch uitkeringen. Geen eten: we hebben toch een voedselbank (waarvan het aantal leden alleen maar groeit). Maar we vergeten dat ons leven niet volledig maakbaar is en dat er ook veel factoren zijn waar we geen controle over hebben (bijvoorbeeld je gezondheid).

Geïsoleerd
Zolang het goed gaat is er niks aan de hand, maar als het niet goed gaat? Jammer dan. Je buren ken je niet, je vrienden zijn te druk, van je partner ben je net gescheiden en je familie zie je ook maar eens in de paar maanden. Zo werden er vorig jaar in het Belgische Brugge binnen een maand tijd 3 mensen dood in hun huis gevonden, die daar een paar weken onopgemerkt hadden gelegen. Ze waren slechts in de 40 en leiden geen geïsoleerd leven. Voor de gemeente Brugge was dit een wake-upcall om wat aan het probleem ‘eenzaamheid’ te doen en veel gemeentes uit Nederland en België namen contact op, omdat zij met exact dezelfde problemen worstelen.

Zo is er een Week tegen Eenzaamheid, want “een miljoen Nederlanders zouden zich sterk eenzaam voelen en de verbondenheid met anderen missen”. Volgens andere cijfers voelt meer dan de helft van de 1,3 miljoen Nederlanders boven de 75 zich eenzaam. Eenzaamheid zou zelfs op de lange duur slechter voor je gezondheid zijn dan roken, overgewicht en alcoholisme. Tegelijkertijd lijkt er een taboe op te rusten: gevoelens van eenzaamheid zouden je eigen schuld zijn, want hard werkende mensen zijn succesvol, gelukkig en hebben veel vrienden.

Menselijk contact
In het buurthuis in de arme wijk waar ik woon tref ik mensen die het niet allemaal voor de wind gaat. Zo is een van de vrijwilligers een zeer getalenteerde kunstenaar én zware alcoholist. In de jaren negentig arriveerde hij als vluchteling in Nederland. Door oorlog had hij zijn thuis, familie en vrienden moeten achterlaten. Hij leerde zichzelf een nieuwe taal, probeerde werk te zoeken en vond een vriendin. Maar een vaste baan vinden lukte niet en met de vriendin ging het na verloop van tijd uit. Haar familie, aan wie hij zich had gehecht, raakte hij kwijt. Alcohol kwam in beeld als afleiding en verdoving. En zonder dagbesteding of vaste contacten ging het snel bergafwaarts. Het zondagse koffiebezoekje van zijn ex is soms het enige menselijke contact dat hij heeft in een week. Anders resten de vaste caissières in zijn supermarkt, zolang ze niet zijn vervangen door wisselende flexwerkers, of erger, zelf-betaal-kassa’s of robots.

Sociale armoede
Zo lijkt de sociale armoede van onze samenleving mij haast nog schrijnender dan die in spullen (gezien de kringloopwinkels die als paddenstoelen uit de grond schieten). Een oudere buurman zit dag aan dag in zijn stoel aan het raam voor de televisie. Ik vrees dat voorbijgangers het grootste gedeelte van zijn sociale contacten vormen. Ook een andere oudere buurman maakt graag een praatje. Hij was bevriend met de vorige bewoner van mijn huis, die is overleden. Zijn vriend, die moest leven met de gevolgen van een zware beroerte, deed boodschappen voor hem of andersom.

Want wat ik om me heen zie is dat de lammen de blinden gaan helpen. Mensen die zelf arbeidsongeschikt zijn, door psychische of lichamelijke problemen, zich verplaatsend in een scootmobiel, gaan ouderen uit hun omgeving helpen door spulletjes voor ze te verkopen, of beginnen een kookclub voor kansarme kinderen uit Noord.

Samenhang creëren
Om de sociale samenhang in de buurt te bevorderen vertel ik sprookjes op de zaterdagmarkt. Mijn doelgroep bestaat stiekem niet alleen uit kinderen, maar uit alle buurtbewoners die behoefte hebben aan een praatje of een kopje koffie. Op mijn beurt kom ik graag bij de Marokkaans-Nederlandse bakker in West waar ze je kennen en je als mens wordt onthaald. Je bent daar geen anonieme – we willen uw geld hebben en wegwezen – consument.

Uiteindelijk zijn we allemaal op zoek naar saamhorigheid. Of het nu om moslimvrouwen gaat die samen in het buurthuis handwerken of Oud-Noorderlingen die daar eens in de maand op zondag bingo spelen. De gelegenheid tot menselijk contact moet er zijn, want ik ben klaar met idioten. Zoals de hoofdpersoon van de film Into the Wild (2007) eenzaam concludeert in een afgelegen deel van Alaska: “Happiness is not real unless shared”.