Waarvan ik altijd heb gedacht dat iedereen het kon blijkt bijzonder te zijn: ik zie mensen op zielsniveau. Waar een gemiddeld persoon bij een vreemde tegen de buitenkant aankijkt en gaat vragen naar diens cv, zie ik heel gauw alle talenten en kracht. Vooral voor mannen en vrouwen met de wolf als totemdier op hun levenspad is dat zeer bevreemdend. Die worden namelijk door de normale mens gezien als mislukkeling. Des te sterker ze zijn, des te meer er wordt ingeschat dat ze niks kunnen. Springt de gemiddelde indiaan bij een wolf een gat in de lucht (zo getalenteerd, zoveel kracht!); de moderne samenleving dendert rücksichtslos over deze mensen heen. Gelukkig zijn ze dat gewend en is dat ook precies de manier waarop de wolfspersoon zijn/haar kracht en uithoudingsvermogen opbouwt: je wordt neergeslagen, opstaan; je wordt neergeslagen, opstaan.
Het punt van dit stukje is dat ik vind dat we binnen onze maatschappij eens wat beter naar elkaars mogelijkheden moeten gaan kijken in plaats van de ander te zien als een potentiële bedreiging die we moeten overtreffen. Volgens wijsheid van de First Nation is elke baby die wordt geboren precies wat die omgeving of dat gezin op dat moment nodig heeft. Niemand is dus overbodig of nutteloos. Iedereen kan vanuit zijn of haar ziel een bijdrage leveren voor een betere samenleving. Iedereen krijgt van de Bron specifieke talenten en krachten mee om in dit leven uit te dragen. Dan heb ik het niet over wat je op school leert over de werking van de machine-samenleving, maar over wat er in je hart leeft en wat je zo graag nog eens zou doen: bijvoorbeeld schilderen of een eigen pannenkoekenhuis beginnen.
Wat is jouw droom? Wat zou jij vandaag het allerliefste gaan doen als je de hele dag voor jezelf zou hebben? Zou je dan tot je 67e mee rennen in een slavensysteem en wachten tot het leven begint, als je oud bent of op vakantie? Je leeft nu. Volg je hart en maak je dromen vandaag nog waar.