gedicht – Pygmalion

Pygmalion

maar dan andersom

 

Hij had de vrouw

borsten billen buik

zacht tegen hem aan

’s nachts

Armen om hem heen

overdag

Kussen, blikken, aanrakingen

een glimlach om haar mond

sprankeling in haar ogen

 

Maar na verloop van tijd..

Had hij geschreeuwd

om haar weg te jagen

Had hij gedreigd

want ze zou met hem een ander zijn

Had hij haar omlaag gehaald

om zijn eigen pijn niet te voelen

Had hij zich zwaar bedronken

om haar te kunnen gebruiken

omdat zij hém slecht behandeld had

 

Uiteindelijk was de vrouw verdwenen

bang

het licht van haar liefde

langzaam gedoofd

Ze had zijn ziel gezien

Die was overwoekerd

en lag in de schaduw

van een forse verdedigingswal

Deze muur had zelfs

de geheime tuin erachter

voorgoed beschadigd

en verstikt

In dit leven was er

geen hoop meer

voor

Pymalion

 

Maar de vrouw

bleef in zijn gedachten

Met alle kracht die hij had

raakte hij haar

niet kwijt

Hij begon te kerven

en te butsen

in een stuk hout

En het kreeg

langzaam

de gestalte

van een zeemeermin

net als zij

borsten billen buik

Alles wat zij was geweest

Alles wat hij nu niet meer had

 

De enige

die bij hem bleef

tot het einde van zijn dagen

tot het laatste greintje verstand

dat de drank hem liet

was deze watervrouw

de afdruk

van haar

die hij had weggejaagd