Gedicht – De windvaanvrouw

Ze wist nooit wie ze was

De windvaanvrouw

Haar ziel was al vroeg gestolen

Door oma’s oorlogsleed

En nu was ze leeg

Hol en klankloos

Zonder gedachten

 

Ze onderwierp zich aan elke dictator

Die op grootmoeder leek

Haar man

Haar zoon

Beide psychopaten

Maar dat hinderde niet

Want ze was de windvaanvrouw

Hol

Zonder woorden

En wilde alleen zijn slaaf

 

Terwijl ze met van pijn gezwollen voeten

Bovenop anderen stond

Was ze nog steeds de windvaanvrouw

Ze had geen wensen dan die van de ander

En mishandelde er lustig op los

Ze wist immers niet wat ze deed

De windvaanvrouw

 

Hol zou ze zijn tot de laatste dag

Zonder woorden

Slaaf van elke demon op haar pad

Zo liet ze zichzelf en haar kinderen

Lustig vertrappen

Liefde

Noemde ze dat.