Gedicht – De man en de zee

De man met de zwarte cape

Die zo vaak bij de donkere waterkant stond

Zou hij zich gooien?

Zou hij zich niet gooien?

Zou hij gaan?

Zou hij niet gaan?

Twijfel blonk in zijn ogen

Het water glinsterend in zijn blik

Verlangen naar oneindigheid en opgaan in het niets

En telkens keerde hij het water de rug toe

Om nog een maal een blik te werpen op het zand

Dan weer donker van het vocht

Dan weer warm van de zon

Maar op een dag maakte hij de sprong

De eeuwigheid tegemoet

Omringd door water

Verdrinkend

Wegzinkend

In het tij

Eb was voorgoed

Voorbij