Opgroeien in het huis van duisternis
Waar de ramen geblakerd zijn
Luiken half open
Klapperend
De lucht zwart
Kreten van cirkelende kraaien en gieren
Vlagen rook
Hangend boven een verbrand verleden
Van geweld, woede, angst en intimidatie
Alleen het meisje met licht in de ogen
had het gezien
En maakte haar ketenen een voor een los
De anderen waren dolende zombies
Wijzend met hun vinger naar haar
Die zogenaamd de schuld van alles was
Hun vingers prikten boven de grond
Zand in hun gezicht
Triomf van verschroeide aarde
De buitenwacht wist van niets
Ze hadden alleen de vrouw met haar hoofd in de strop gezien
De lus steeds strakker
De zombies lachten als altijd
Tot ze bijna haar laatste adem uitblies
Toen had ze besloten
De plek te verlaten
Een en al wond
Maar op weg naar heling
Keek ze nog een maal achterom
De schimmen versteend en klagend
Een traan op hun wang
Maar ze wisten van niets
En zouden daar blijven
Tot het einde der tijden
hen kwam verlossen
van deze duisternis
Voor haar uit een nieuwe dag
Met stralende kleuren
Geboren uit modder, pus, bloed en pijn
Als vruchtbare bodem
Voor sterren van licht.