Op vakantie in Berlijn voel ik me weer volledig een met het consumerende leger van toeristen, dat ik ook thuis in Amsterdam dagelijks tegen het lijf loop. Je hebt niks te doen, spendeert de hele dag geld voor eten en drinken in de horeca en loopt winkels in en uit om spullen te kopen, waarvan je – voor je ze gezien had – niet wist dat je die wilde hebben. Als een horde sprinkhanen bespring je een stad en vreet hem leeg, zonder dat je ook maar iets bijdraagt.
De tweedeling tussen arm en rijk, de haves en have nots, wordt ook steeds duidelijker. In Berlijn hangen bedelaars, alcoholisten en daklozen rond op stations in de hoop op een euro, een sigaret of een gebruikt openbaar vervoerkaartje, dat zij dan weer kunnen doorverkopen. De mensen met geld eten gekleed in pak in chique restaurants. Soms krijg ik het idee dat ik weer terug ben in de Victoriaanse tijd waarbij het meisje met de zwavelstokjes alleen door het raam naar binnen mag kijken om te zien hoe de rijken hun maaltijd gebruiken, terwijl zij buiten doodvriest van de kou.
Want zijn er protesten? Dat het enorm onrechtvaardig is dat the lucky few verveeld rondhangen in een onbekende stad, terwijl een ander nog niet eens genoeg geld heeft voor de supermarkt? Dat mensen met geld van hot naar her de wereld over vliegen, terwijl de ander verzuipt in een rubberboot? Tig dieren- en plantensoorten sterven uit, maar de winst van Starbucks, Dunkin’ Donuts en McDonald’s gaat nog steeds omhoog. In mijn dochter zie ik terug hoe de consument wordt gekweekt: haar ideale vakantiebesteding is winkelen, ijs/snoep/patat/pizza eten en Netflix kijken.
Ik heb mezelf beloofd dat ik klaar ben met het doelloos rondhangen in buitenlandse steden. Ik ga liever thuis aan de slag voor een betere wereld. Want alle euro’s die ik op vakantie spendeer zullen me in Amsterdam weer dwingen terug te keren in het slavensysteem om geld te verdienen voor een dak boven mijn hoofd en eten op mijn bord. Terwijl voedsel gratis groeit op het land en ik wonen een recht vind; niet alleen voor de rijken.
Dus hoe leuk het ook was om mijn Duitse vriendin weer te zien: ik kijk ernaar uit om terug te gaan naar huis. Want thuis is het al fijn genoeg. Daar heb ik geen vakantie voor nodig. En de drang om spullen te kopen blijft, hoeveel winkels je ook zou plunderen. Het is zaak om het systeem te stoppen, waaraan de planeet ten onder dreigt te gaan. Zodat Sodom en Gomorra niet vernietigd hoeven te worden, maar we ons allemaal tot de rechtvaardigen kunnen rekenen.