Column – Het gevecht tegen spullen

Sinds ik nu een paar jaar op mezelf woon kost het me echt moeite om te zorgen dat ik niet te veel spullen in huis heb: boeken, beeldjes, gedroogde bloemen. Zet mij daarom ook niet neer in een kringloopwinkel, want ik zie altijd weer leuke dingen, waarvan ik – voor ik ze zag – niet wist dat ik ze per se wilde hebben. Zelfs als ik met moeite een tas met spullen wegbreng, moet ik mezelf bedwingen om niet alsnog in de winkel mijn slag te slaan. Vriendinnen waren bij mijn scheiding verbaasd dat ik mijn eentje al een heel huis kon inrichten.

Maar vanochtend stond ik op en een berg gewassen, nog niet opgevouwen kleding staarde mij aan: ik weet dat ik genoeg kledingstukken voor de rest van mijn leven heb. En ook beneden in de woonkamer zijn er op elke vierkante centimeter beeldjes en boeken te vinden. Vooral van de laatste heb ik er heel veel, maar dat betekent niet dat ik alle boeken heb gelezen. Sterker nog, 75 procent staat ongelezen in de kast, dus ik ben eerder een boekenverzamelaar. En drie weken geleden kreeg ik bovendien 20 verhuisdozen vol boeken van een overleden buurman uit de straat.

Deze man was een oude communist, wiens Turkse pleegkinderen ik had gevraagd of ik  een paar boeken mocht uitzoeken als ze die onverhoopt wegdeden. De dag voordat het huis leeg moest, belden ze aan en zeiden dat ze voor mij het aanbod van een handelaar hadden afgeslagen, dus… Die middag veranderde mijn huiskamer in een boekenberg en ik was bang dat ik door het plafond heen zou zakken en in de woning van de benedenburen zou belanden.

“Die mensen verzamelen spullen,” heeft een chief van de First Nation in de 19e eeuw over de Europeanen verzucht. En kijk maar naar onze samenleving: de kringloopwinkels schieten als paddenstoelen uit de grond. En zelfs die kunnen de toevloed van boeken en andere spullen amper aan. Afgelopen Koningsdag was het aanbod van tweedehands items en troep bijzonder groot. En toch blijven we telkens weer meer kopen. Wat dat betreft zit het met de materiële kant van onze samenleving wel goed, maar de emotionele…?

Ik heb kijkend naar mezelf en een paar mensen om me heen geconcludeerd dat het zogenaamde ‘hoarding syndrome’ – oftewel verzamelsyndroom – berust op verlatingsangst. Zo heeft een kennis er dusdanig last van dat zelfs de GGD bij hem moet ingrijpen, omdat hij anders vervuilt. Maar toch koopt hij elke keer weer nieuwe spullen en kan hij tegelijkertijd thuis niks weggooien, want wie weet heeft hij het nog een keer nodig of hij is eraan gehecht. Deze man is op zijn 8e door zijn ouders naar een Britse kostschool gebracht, waar de jongetjes elkaar pestten en ’s nachts van angst en heimwee plasten in bed. Zijn moeder huilde na het afscheid de hele terugweg.

Tijd voor een grote schoonmaak dus. En ik geloof dat deze planeet die ook wel kan gebruiken. We stikken letterlijk in onze troep, maar zijn tegelijkertijd overwerkt, depressief of burn-out. Stilte en leegte kunnen ook vervullend zijn. Dan komt er weer ruimte voor emotionele rijkdom en aandacht voor elkaar. Onze aarde is van zichzelf al prachtig, daar hoef je eigenlijk niks voor te doen, behalve dat koesteren, zodat onze kinderen ook de kans krijgen om zonder zorgen om materie in een paradijs te leven. Dat eigenlijk al begint als je ’s ochtends opstaat en de zon schijnt.