Omdat de aarde haar frequentie wil ophogen – functioneren op een hogere, blijere trilling – heeft de Bron heel veel erg oude, in hun hoger zelf al verlichte zielen ingezet (dat laatste is overigens geen garantie dat de geïncarneerde persoon verlicht is). Dit zijn de Blue Ray 1’s, wiens zielsdeel een trillingsniveau heeft dat direct afkomstig is van de Bron. Deze lichtfrequentie is op Gaia nog niet eerder geïncarneerd. Hun energievelden zijn te herkennen aan het violet in de aura, dat lagere frequenties transformeert.
Deze Blue Ray 1-mensen, waar ik er een van ben, zijn in veel gevallen ingezet als karmadrager van families. Binnen één leven moeten zij het karma van hun verwanten proberen in te lossen. Dat betekent dat ze bij zichzelf de complexen, angsten en stoornissen die binnen de familie leven moeten oplossen en voorkomen dat ze deze problemen doorgeven aan de volgende generatie. Anders moet die er alsnog mee aan de slag om het karwei af te maken.
Deze karmadragers zijn door hun kracht en de verlichte staat van hun ziel heel anders dan de rest van hun familie. Dit maakt hen tot een soort lelijke eendjes, want ze wijken enorm af. Bovendien is hun pad zo zwaar, dat ze op de zwarte piste skieën, waar de jongere zielen nog in het babyweitje staan. Ze donderen links de afgrond in, rechts breken ze hun beide benen en als ze net weer op de ski’s staan hebben ze een harde botsing met een boom. De familie krijgt daardoor de indruk dat de karmadrager voor dit leven zeer slecht is toegerust en enorme beperkingen heeft. Hierdoor daalt hun hiërarchische status tot het nulpunt, waar de rest soepeltjes door het leven gaat.
De hoeveelheid licht die de Blue Ray 1 in zich draagt zorgt er ook voor dat de andere familieleden hun donkere kanten volop op dit zwarte schaap projecteren. Hun intens zachtaardige natuur – en het vergt zeer veel kracht om die te behouden – wordt door bewoners van deze planeet sowieso gezien als zwak. Agressie is kracht, lief zijn is zwak. En zo wordt bij elke confrontatie ingeschat dat het lelijke eendje nog wel een klap kan hebben, want die slaat immers toch nooit terug.
De meerderheid van de karmadragers wordt er daarom door hun families uiteindelijk uitgegooid. De meeste verwanten denken niet zelf na, maar houden zich strikt aan het hiërarchische (en narcistische) familiesysteem. De karmadrager wordt nooit meer gezien voor wie hij/zij echt is – nota bene de sterkste – want zo’n raar en lelijk eendje, zo’n zwart schaap wil men niet in zijn midden hebben en kan ook niet meer goed worden behandeld.
Gelukkig is daar de andere kant van de sluier, die vroeg of laat contact opneemt en de Blue Ray 1 duidelijk maakt deze groep van jonge zielen met gebreken nooit haar of zijn echte familie is geweest. Die gaat de karmadrager pas in de tweede levenshelft ontmoeten, als het lot zich keert en zielsverwanten in beeld komen: die door de buitenwereld net zo afwijkend zijn bevonden en uiteindelijk veroordeeld als zij zelf. De karmadrager transformeert tot zwaan en zal op die manier de grotere gemeenschap dienen. Maar met hun bloedverwanten komt het waarschijnlijk niet meer goed. Die zullen uit veiligheid voor de eigen positie het zwarte schaap altijd zijn of haar plek willen wijzen.