In het najaar van 2015 ontmoette ik de man die mijn leven letterlijk omver zou blazen. Ik was getrouwd, had een kind, werkte bij de thuiszorg en was hoofdredacteur van een tijdschrift. Behalve de zorg voor mijn dochter zou niets daarvan overeind blijven staan. Mijn hoofd ontplofte, mijn leven ontplofte. Meebewegen met deze revolutie was de enige mogelijkheid. De man zelf heb ik slechts 4 uur gezien (hij woont in België), maar mijn leven zal nooit meer hetzelfde zijn.
In oktober 2015 raakte ik aan het mailen met de auteur van een van de artikelen van mijn tijdschrift. Zijn onderwerp raakte aan de Kelten, de cultuur van victoriaans Engeland en de Pre-Raphaelite-kunststroming. Alle drie ook favorieten van mij, dus dat hadden we gemeen. En zo bleken we nog veel meer overeenkomsten te hebben, onder andere onze voorliefde voor sprookjes.
Mijn huwelijk was op dat moment zeer slecht. Er was zelfs sprake van huiselijk geweld. Ik had een lange, zware depressie achter de rug, die was ontstaan kort na de geboorte van onze dochter, en hield eigenlijk al jaren niet meer van mijn man. We hadden enorm felle ruzies, waarbij hij mij zelfs een keer was aangevlogen. Ik had me verbeeld hoe het zou zijn om een relatie met iemand anders te hebben – van wie je hield, op wie je verliefd was – maar praktische stappen om weg te gaan zette ik niet. In de herfst van 2015 hadden mijn echtgenoot en ik gesprekken bij een relatietherapeute. Zij suggereerde dat we elke week samen iets leuks moesten doen en dat wilde ik best, maar niet met hem!
Ware Liefde
Dus na 1 maand mailen met deze onbekende man, die in mijn ogen fantastisch was, dacht ik: als hij in de liefde springt, spring ik ook. Op een vrijdagavond, half november, stuurde hij een mail vanaf een bruiloft van vrienden, met als ondertoon: ik vind jou meer dan aardig. En ik mailde terug: “Ik zit eraan te denken om na 17 jaar te scheiden en een volgende keer door handfasten te trouwen. ” Handfasten is een trouwritueel uit de Keltische cultuur, dus eigenlijk schreef ik dat ik met hem wilde trouwen.
Hij
Mijn antwoord heeft hem direct in een depressie gegooid. Want deze man van 1.45 m was heel zijn leven als lelijk eendje behandeld: zijn vader had hem als kind al gekleineerd en het andere geslacht had hem altijd uitgelachen. Een vrouw die hem actief de liefde verklaarde: dat bestond niet. Mijn liefdesverklaring doorbrak zijn script (een basisregel uit iemands leven) volledig.
Hij kon mij daardoor niet opzoeken in Amsterdam, zoals hij van plan was geweest. En omdat hij ziek was heb ik het werk aan zijn artikel volledig van hem overgenomen. Ik accepteerde dat hij mijn liefde niet beantwoordde (tenminste, dat is wat hij zei). Hij merkte schamper op dat ik hem, afgezien van foto’s op internet, nog nooit in het echt had gezien. Later zou blijken dat er tussen ons sprake van ware liefde was, maar daar kwam ik pas achter toen het contact al was verbroken.
Ik
Voor mij was het op dat moment nu of nooit. De ellende van mijn laatste depressie en de nasleep (ontslag en een hoofd dat het niet meer deed) in combinatie met de zeer slechte staat van mijn relatie en thuissituatie maakten dat ik me met volle kracht in deze verliefdheid stortte. Ik las alle poëtische teksten die ik over de liefde kon vinden, dacht de hele dag aan hem en vroeg aan de hemel of dit gevoel zo groot mogelijk mocht worden.
De heftigheid van deze liefde schudde me volledig wakker. Waar ik net als in mijn ouderlijk huis mijn emoties weer volledig had geblokkeerd, bracht deze man me terug bij mijn gevoel. Ik zag in dat ik thuis werd mishandeld en besloot mijn koers volledig om te gooien en overstag te gaan: scheiden en verhuizen. En ondanks de enorme roze wolk wist ik: ook als het nooit iets met deze Belg wordt, dan is dit de juiste beslissing. De liefde die ik voor hem voelde, deze kracht, gaf mij de moed om dit te doen. Ik had voor niemand nog ooit zo waanzinnig veel gevoeld.
Twinflame
In mijn huwelijk was ik mezelf volledig verloren. Deze nieuwe man bleek mijn twinflame, de andere zielshelft, waarvan ik tot onze ontmoeting niet wist dat die echt bestond. Hij bracht mij terug bij mijn ziel: waar hield ik van, wat vond ik ook alweer leuk? Ik wist dat ik met hem alles kon bespreken waar ik maar interesse in had. En nog veel belangrijker: ik voelde me na 40 jaar niet meer alleen. De Kelten, Engeland, kunstgeschiedenis, sprookjes, sjamanisme; deze man had alles en leek enorm op mij. Zo had hij de vlinder, de feniks en de wolf als totemdieren (een dier op je levenspad waar je lessen van kunt leren en kracht door krijgt). De vlinder en de feniks had ik ook. Een wolf zei mij toen nog niks.
Ik besloot met een sjamaan een wandeling in het park te maken door mijn energieveld. Ik moest dieren en plekken aanwijzen die mij opvielen. Een stukje grond met houtsnippers en één bloem symboliseerde mijn echtgenoot; een prachtig stukje park aan het water symboliseerde hem, met een grote boom en wilderig begroeid met klimop. Toen ik enthousiast naar een konijnenhol onder de boomwortels wees, zei de sjamaan: “Deze man is jouw toegang tot de onderwereld.” Dat is het gat waardoor Alice in Wonderland viel. En dat gebeurde mij ongeveer een maand later.
De twinflame-ontmoeting is voor veel mensen de gebeurtenis die hen in aanraking met het paranormale brengt. Vanaf de vrijdag in november dat we aan hadden gegeven dat we elkaar meer dan gewoon leuk vonden – de Belg tussen de regels door en toen geschrokken teruggekrabbelend – was er een waanzinnig energieveld tussen ons ontstaan. Het leek alsof er in een vliegtuig een raampje was opengezet waardoor ik naar buiten werd gezogen. Ik wilde hem natuurlijk graag opzoeken – want je wilt toch checken hoe de persoon op wie je verliefd bent er in het echt uitziet – maar ik kon het niet. Als ik iets met hem afsprak was de spanning gewoonweg niet uit te houden.
Wolven en roodkapjes
Hevige verliefdheid maakt dat je rondloopt met je hoofd in de wolken. Je voeten raken een beetje los van de aarde. Door mijn intense gevoelens dacht ik de hele tijd aan de Belg en was voortdurend bezig met onderwerpen die aan hem en mij raakten. Zijn favoriete sprookje bijvoorbeeld was roodkapje en de wolf en ik begon overal wolven en roodkapjes tegen te komen. Zoals mijn moeder ooit zei: als je zelf zwanger bent, kom je overal zwangere vrouwen tegen. Naar mijn idee waren dit ‘tekens’ die op de Belg wezen, waar ik verder niet zo bij stil stond. Ik was tot over mijn oren verliefd.
Op nieuwjaarsnacht stond ik om half 1 met een fles champagne op straat. We vierden oud en nieuw met vrienden bij ons thuis. Natuurlijk waren mijn gedachten de hele avond in België. Wat me opviel was dat een vriendin haar dochter uit het niets roodkapje had genoemd, toen het meisje haar trui over haar hoofd deed. Om kwart over twaalf had ik de Belg per sms een gelukkig 2016 gewenst. Toen iedereen al naar binnen was heb ik in mijn eentje de laatste fles champagne ontkurkt, geproost en tegen de hemel gezegd: kom maar! Kom maar, met wat het nieuwe jaar in petto heeft. En het nieuwe jaar kwam..
In de maand januari werkte ik nog hard door als huishoudelijke hulp in de zorg en ook thuis ging de dagelijkse routine verder. Mijn man en ik zouden uit elkaar gaan, maar er waren nog geen praktische stappen gezet. De Belg kon ik níet uit mijn hoofd krijgen. Op een gegeven moment heb ik hem gebeld: toen ik zijn stem hoorde, stond ik letterlijk naar adem te happen. Dit had ik nog nóoit meegemaakt.
De ontmoeting
Op een dinsdag in februari is het mij uiteindelijk gelukt om hem op te zoeken. Ik had niks gepland, waardoor er van tevoren geen ondraaglijke spanning was. Om 8:45 sms’te ik vanaf Amsterdam Centraal of het hem gelegen kwam om elkaar rond 11:00 in zijn stad te ontmoeten. Zijn antwoord was bevestigend. Hij was bijna in de auto gestapt op weg naar zijn werk, maar kon ook thuis aan de slag.
Om 11:10 zat ik op een bankje op het station in België. Ik keek naar de mannen die er rondliepen en vroeg me af hoe hij er in godsnaam uit zou zien. Ik zag een grote man met een blonde kuif en lelijke gele schoenen en hoopte dat dat hem niet was. Toen kwam er een man op me af lopen met een Noorse trui, skinny jeans en turquoise All Stars. “Hij ziet er goed uit,” flitste het door me heen. Zijn begroeting was vrij koel “Dag, Kirsten”, met één zoen, zoals Belgen dat bij kennissen doen.
We liepen naar een café om koffie te drinken en ik zag dat hij gepijnigd keek. “Zijn gezicht is meer doorleefd dan ik dacht,” ging het door me heen. Ook voelde ik me nogal groot naast hem. Alsof ik Nicole Kidman was, die naast de veel kleinere Tom Cruise liep. Maar ik vond hem niet kleín. Ik vond mezelf gróot. Toen ik hem in het café goed bekeek zag ik een zeer getalenteerde man, met zeer veel charisma, die zich bijkans de tent uit zou vechten om te krijgen wat hij hebben wil. “Hij lijkt op mij,” dacht ik toen. Een gedachte die, achteraf gezien, waarschijnlijk van mijn gidsen (beschermengelen) kwam.
Hij was in het café direct begonnen met omstandig uitleggen, dat mijn verliefdheid alleen maar gebaseerd was op het contrast met mijn echtgenoot. Tja, daar zou best wat in kunnen zitten; dat wist ik ook wel. Toen hij dit een aantal keer uitdrukkelijk had gezegd zei hij: “Zo, dan hebben we dat gehad.” Op dat moment leek hij heel klein. Ik zag zijn uiterlijk namelijk veranderen al naar gelang zijn gevoelens. In gewoon ontspannen toestand zag hij er veel groter uit. Als hij iets boos vertelde weer heel anders.
Toen zijn moeder belde zag ik paniek. Want het bleek dat hij al voor mij op het station was aangekomen, maar toen constateerde dat hij zijn portemonnee niet bij zich had. Hij moest weer terug en vond de portefeuille uiteindelijk in zijn auto. Achteraf heb ik moeten concluderen dat er bij hem waarschijnlijk enorme paniek was ontstaan, toen ik had gemeld dat ik naar hem toe zou komen. Ik zou zien hoe klein hij was en hem vervolgens – net als de rest van de vrouwen – afwijzen en pijn doen.
In het café vertelden we elkaar over ons leven, of liever, ik liet hem vertellen over zijn leven. Vanaf het begin van onze mailcorrespondentie was ik degene die actief geïnteresseerd was in hem. Ik ging op jacht – zo ben ik dat gewend – en probeerde hem dichterbij te krijgen.
Na de koffie, die hij triomfantelijk als man betaalde, trakteerde hij mij op lunch. Ik wilde graag stoofvlees eten. Er was haast geen chemie tussen ons. Bij de koffie ’s ochtends soms een glimp, maar bij de maaltijd zeker niet. Na het eten gaf ik hem een beschilderd doosje met allemaal kleine schatten, die ik voor hem had verzameld: kaartjes, edelstenen, een zeemeermin. Hij schrok: “Maar ik heb toch niks voor jou!” en wilde het doosje snel wegstoppen. Maar ik keerde het op tafel om. Zijn ogen draaiden praktisch scheel van blijdschap. “Maar dit zal mij helpen bij mijn promotie!” Hij was toen aan het promoveren aan de universiteit.
Toen ik terugkwam van het toilet was hij plotseling angstig in een studieboek aan het lezen. Hij zei dat hij nú aan zijn promotie moest gaan werken. We liepen samen terug richting het station en de bibliotheek waar hij vaak studeerde. Toen onze wegen scheidden boog ik me voorover en gaf hem een kus op de wang ten afscheid. Hij riep dat ik misschien nog een museum kon bezoeken en snelde weg. Ik liep zonder om te kijken naar het station. ’s Avonds thuis sms’te ik: “Terug in Amsterdam. Je bent niet tegengevallen. Ik heb altijd gelijk.” De volgende ochtend fietste ik op weg naar mijn werk, maar ik kon niet meer. Letterlijk.
Burn-out
De laatste paar jaar waren al mijn wakende uren gevuld geweest met het huishouden (dat ik alleen deed), thuiszorg, hoofdredactie van het tijdschrift en de zorg voor mijn dochter. Nu haalde ik lopend het einde van de straat niet meer. Geluiden knalden mijn oren binnen, ’s ochtends stond ik doodmoe op en ik lag overdag veel op bed.
De Belg had na een dag een sms teruggestuurd dat hij het ook fijn had gevonden om mij te ontmoeten. Het enige dat ik kon antwoorden was: “Ik ben uitgeput.” Ik kon niet anders dan me ziek melden in de thuiszorg. Maar hoe erg mijn burn-out ook was: ik moest en zou uit mijn afschuwelijke thuissituatie komen, waar ik mij ontzaglijk bedreigd voelde door mijn man. Dus ik begon met opruimen en met hulp van taxi’s op huizenjacht te gaan.
Een paar dagen na onze ontmoeting vroeg de Belg per mail of ik nog contact wilde hebben. Ik zei dat ik hem na het weekend zou bellen. Toen ik hem op maandagochtend aan de telefoon kreeg klonk hij ontzettend blij. Hij was in de trein op weg naar zijn werk en lachte toen hij zei dat ons gesprek door een tunnel tijdelijk zou worden verbroken. Dit was de laatste keer dat ik hem zou spreken in dit leven.
Crisis en paranormale werkelijkheid
Intussen begon ik me naast mijn burn-out steeds labieler te voelen. Ik herkende de overspannen toestand van mijn depressies, zonder dat ik me nu depressief voelde. Het was mijn val door het konijnenhol naar de onderwereld, waar ik op zoek moest naar mijn ziel. Net zoals de depressie van de Belg zíjn val naar Wonderland was geweest. Zijn stukje grond in het park sloeg als andere zielshelft ook op mij. En een crisis is naast een psychiatrische ziekte ook een manier om te transformeren.
Het regende nog steeds wolven en roodkapjes, wat griezelig werd, want ik leek geen boek open te kunnen slaan, zonder dat ik op het woord ‘wolf’ of ‘roodkapje’ stuitte. Ik ruimde thuis mijn spullen op en droomde van de Belg. Uiteindelijk besloot ik hem een verpletterende liefdesbrief te schrijven: mijn allerbeste pijl om hem toch voor mij te winnen. Ik schreef alles wat ik voelde en dacht: onze ontmoeting, mijn geschiedenis en gevoelens voor hem. Met zinnen als: “Accepteer dat ik naast je sta en van je houd” en “laat die andere 3,5 miljard mannen maar zitten.” Dit gevoel was huizenhoog en niet te bedwingen.
Op een wolk postte ik de brief, op een wolk zweefde ik die avond naar een bijeenkomst over feminisme: het was 8 maart, Internationale Vrouwendag. Lopend door Amsterdam Centraal hoorde ik omroepen over de trein naar Antwerpen (een teken!) en pas toen ik me een uur later op de discussie richtte, landde ik met een schok terug in mijn lijf. Zo voelde het.
Na afloop stond ik tevreden over de avond terug op de pont naar huis (het evenement was in Amsterdam-Noord). En toen gebeurde er iets raars. Op een boot die in de verte voer zag ik de tekst: ‘Relationship end’. Ik zag het duidelijk en bedacht direct: geen enkele boot ter wereld heeft als naam ‘Relationship end’. Ik nam een taxi naar huis, maakte een praatje met de chauffeur en om middernacht stapte Assepoester het huis weer binnen, waar man en dochter lagen te slapen.
De zaterdagavond erop merkte ik tijdens het avondeten dat ik steeds slechter uit mijn fantasie over de Belg kon terugkomen. Ik droomde en wist zeker dat hij mij kwam redden. Dat had ik in de brief ook gevraagd: “Als je hetzelfde voor mij voelt, kom mij dan live in Amsterdam je liefde verklaren.” Ik nam mijn echtgenoot apart en zei dat ik me ernstig zorgen maakte.
Ik besloot direct rust te houden. Ik zou de volgende dag (zondag) met mijn dochter naar een toneelstuk over koning Arthur gaan, maar daar heb ik mijn man heen gestuurd. Koning Arthur deed natuurlijk denken aan de Keltische cultuur en Engeland, dus de Belg. En op dat gebied wilde ik even niet worden getriggerd. Ook alle wolven en roodkapjes die ik waarnam konden niet kloppen. Ik was bang om gek te worden. Ik sms’te de Belg om excuus te maken voor mijn waanzinnige liefdesbrief en schreef dat ik rust nodig had. Die week nam ik ook het cruciale besluit om apart van mijn man te gaan slapen, in de boekenkamer.
Later kon ik reconstrueren dat de angst om te scheiden van mijn man en de hevige verliefdheid mij praktisch in psychotische toestand hadden gebracht. Vanuit mijn ouderlijk huis was ik gewend mijn gevoel te blokkeren. Nare gevoelens, vooral angst, moesten koste wat kost worden ontweken; desnoods via een wolk van verliefdheid.
Ik mailde mijn psychiater O. – die op wintersport was – dat ik me ernstig zorgen maakte en dat mijn toestand psychotisch aandeed. Hij raakte in paniek, net als bij mijn laatste depressie, en adviseerde direct naar het Vroege Psychose Behandelteam te gaan. Ik heb dat toen niet gedaan, omdat ik me beter voelde na de zondag met volledige rust en het apart gaan slapen van mijn man. Wel dacht ik: O. doet het weer. Net als bij mijn laatste depressie bleef hij niet kalm, maar werd bang. Ik kon de energie van zijn advies lezen: angst. En op een bange psychiater zat ik niet te wachten, want zo bracht hij mij in paniek.
De Belg had mijn brief een dag laten bezinken en toen per sms nogmaals gezegd dat hij mijn liefde niet beantwoordde en dat ik in de eerste plaats aan mijn gezondheid moest denken. Ik schreef dat ik dat begreep en dat ik nu mijn eigen weg moest gaan: mijn scheiding en verhuizing waren zijn zaken niet. Het belangrijkste voor mij was dat hij er aan het einde van de rit nog zou zijn. Ook al was het alleen maar als vriend. Ik ging ‘onderwater’, zoals ik hem schreef, want elk mailcontact zoog een enorme hoeveelheid energie bij me weg, die ik zelf nodig had. Zoals een goede vriendin opmerkte: na elk contact met hem, stort ze verder in. Soms haalde ik zelfs vanaf onze 3e verdieping de voordeur niet meer.
Op een ochtend, toen ik weer eens ruzie had met mijn ex-man, schold hij me tierend uit voor “Koe!”. Een paar minuten later zei mijn dochter, toen 6 jaar oud: “Hé, ik zie een zwerm vogels. Ze maken de vorm van een koe, dan een vraagteken, dan een smiley.” Alsof er iemand mee had gekeken en nu in de lucht een grapje maakt. Maar dat kon niet.
Wat ook niet kon is dat ik op een zondagochtend naar het computerscherm van mijn dochter keek en daar naast elkaar drie plaatjes zag verschijnen: een bonte specht, een achtbaan en licht. Ik ben volgens de indianen-astrologie een bonte specht; de Belg had het over een achtbaan toen hij zijn mailcorrespondentie met een Finse vrouw beschreef op wie hij verliefd was (dit voorbeeld haalde hij vaak aan in ons contact); en licht was licht. Toonde iemand of iets mij op het beeldscherm: na deze achtbaan/transformatie komt er voor jou licht in je leven? Dat kon zéker niet.
Ik kwam ook nog steeds talloze wolven, roodkapjes, Belgen en/of het land België tegen. Ik bleef boeken willekeurig op deze onderwerpen openslaan; kunstenaar Jordan Wolfson exposeerde in de stad met de toepasselijke tentoonstelling Manic Love; vrienden vroegen mij mee naar een concert van zangeres Anna von Hausswolff; mijn man ging met vrienden naar de film Belgica; en mijn vaders ex-vrouw emigreerde naar België. Was dit slechts toeval? Zoals ik toen vaak tegen mezelf zei: de scheiding en verliefdheid zijn deze mevrouw een beetje te veel geworden. Achteraf weet ik: deze ‘toevalligheden’ kunnen in je levensplan worden geschreven.
Het voelde alsof in deze crisis de eerste helft van mijn leven werd doorgenomen. Ik dacht na over mezelf en het gezin waarin ik was opgegroeid en begon antwoorden te krijgen: waarom er in mijn leven gebeurd was, wat er gebeurd was. Het was een volledige analyse waar psychiaters in 18 jaar tijd niet opgekomen waren. Die hadden nooit begrepen waarom ik aan zware depressies leed. Ook begon ik voorzichtig te concluderen dat de wolven niet alleen op de Belg, maar ook op mij sloegen. Net als hij had ik de wolf als totemdier.
Omslag
De Belg had twee weken na ontvangst van mijn liefdesbrief gemaild om te vragen hoe het met mij ging. Toen ik antwoordde: “Goed. Ik had er ook wel naar gesolliciteerd om ernstig de bocht uit te vliegen”, kreeg ik een manische uitroep terug: “Wat goed, dat het goed gaat!” Ik kon namelijk bij al zijn berichten – net als bij de e-mail van mijn psychiater – de emotionele lading voelen. Ik begreep niet waar deze kreet vandaan kwam. Ik mailde terug: “Goed? Denk aan Dante en zijn weg door de hel.” Deze metafoor had de Belg zelf gebruikt toen hij depressief was. Inmiddels was hij beter. Een paar dagen later sms’te hij om 22 uur ’s avonds: “Ik ben verliefd op een ander. Slaap wel.” Gelukkig las ik dit pas ’s ochtends en ik schreef terug dat ik hem geluk wenste.
Dolblij was hij geweest met het resultaat en de publicatie van zijn artikel, maar daarna leek hij zich van mij af te keren. Ik gaf hem nog steeds raad en hielp hem toen er moeilijkheden waren met het copyright van een afbeelding. Ik heb toen benadrukt hoeveel de vormgever en ik hem hadden geholpen door hem naar mijn voorwoord in het blad te verwijzen. Daarin stond hoeveel beroemde mannen zijn geholpen door een vrouw; dat je de top niet alleen bereikt. Na het lezen van mijn column stelde hij zich weer open.
In die tijd schreef hij zijn meest openhartige mails. Dat hij zich door zijn depressie geen lelijk eendje meer voelde, waarop ik schreef dat dit sprookjespersonage eigenlijk nooit lelijk was geweest, alleen anders dan rest. En hij schreef dat ik hem net als Effie, de grote liefde van Pre-Raphaelite schilder John Everett Millais, met alles had geholpen. Inderdaad, dit was ware liefde. Alleen wilde en kon een partij hier door intense bindingsangst niet aan toegeven.
Want hij mailde ook hoe hij een dame op zijn werk trachtte te versieren. Als ze niet reageerde op zijn avances zou hij zijn “bougainville” laten verwelken. Ten slotte schreef hij – en ik weet achteraf dat hij dit nooit aan iemand heeft verteld – dat hij “nooit, nooit, nooit meer dan 1 bloem zou geven aan een vrouw.” Ik voelde meer zeer vereerd dat hij zo openhartig was en me zo vertrouwde. Alleen dacht ik ook: ik ben toch niet je moeder.
Zijn mails las ik door, maar ik beantwoordde ze zeer kort, omdat mijn energie en stabiliteit eenvoudigweg het raam uitvlogen. De achtbaan, waar mijn gevoelens voor hem toe leiden, was zeer steil. Door het feit dat ik gewend ben niks te krijgen en slecht behandeld te worden, begon het mij pas laat te dagen dat zijn sms ’s avonds rond 22:00 over zijn verliefdheid op een andere vrouw een aanval was. Met zijn afsluiting “slaap wel” leek hij eerder het tegenovergestelde te bedoelen: ik hoop dat jij wakker ligt vannacht. Dit kon ik zeker niet gebruiken bij mijn crisis en burn-out. Zijn uitroep “Wat goed dat het goed gaat!” was zeer waarschijnlijk ook niet aardig bedoeld.
In april bezocht ik een helderziende therapeute, gespecialiseerd in burn-out, die werkt met hoogsensitieve mensen zoals ik. Toen ik binnenkwam was ze druk wierook aan het branden, want ze had net “zwarte magie bij iemand weggehaald.” Ik schrok me rot. Voor dit soort dingen was ik al mijn hele leven bang. Ik ging zitten en na 10 seconden zei ze: “Je partner heeft Asperger.” Ik was al labiel, maar nu was ik echt omvergeblazen. Ook stamelde ze “dat ik was wakker gekust door een prins” (dat maakte me heel blij: het sprookje, de Belg!). En dat het echt erg moest zijn wil iemand met mijn kracht een burn-out krijgen. Bovendien had ze na 3 minuten opgemerkt dat ik aan trauma leed en dat mijn energieveld was opgetrokken tot mijn middel, in plaats van verankerd in de grond: “Zo kun je zeer makkelijk onderuit worden gehaald.” Dat was toen al gebeurd.
Eenmaal thuis was ik in alle staten. Mijn man, Asperger? Labiele vrouw komt bij helderziende en hoort na 10 seconden dat haar man autistisch is? En dat moest waar zijn? Onmogelijk! Die kans leek me 0,00001 procent. Maar door mijn ouderlijk gezin ben ik gewend dat wat andere mensen als waarheid presenteren, heel goed niet waar kan zijn. Dus het feit dat de samenleving zou denken dat een helderziende dit soort dingen niet kon weten, zeker niet binnen 10 seconden, was geen volledige belemmering. Na een aantal weken nadenken en situaties uit het verleden analyseren moest ik echter concluderen dat haar uitspraak klopte.
Ook trok ik de conclusie dat de therapeute echt mijn gidsen had gechanneld. Ze sprak immers van een prins uit een sprookje! Net als de numerologe en handlezeres die ik raadpleegde met zijn geboortedatum na de ontmoeting in België. Die kwam met zulke gedetailleerde informatie, dat ze het niet zelf had kunnen verzinnen. Mijn gidsen hebben me toen alleen op de lange termijn een flinke les geleerd: informatie die je van de sprookjesverdieping krijgt (zo noem ik hogere dimensies) moet je altijd kunnen aarden. De numerologe had namelijk gezegd dat de Belg héel, héel, héel langzaam in beweging zou komen, maar dat dat uiteindelijk zeker zou gebeuren. Hier hield ik me aan vast: onze liefde zou een happy end krijgen.
Eind april kreeg ik een huis in Amsterdam-Noord en de eerste die ik dat mailde was de Belg. Desalniettemin drong het toen een paar dagen later plotseling tot me door dat hij mij had aangevallen. Zijn woorden over de andere vrouw en zijn bougainville deden pijn en toen heb ik ’s avonds om 22:30 van het ene op het andere moment besloten voorgoed afscheid van hem te nemen. “Aangezien ik toch maar een plek in jouw leven wil. Ik kan overweg met jouw ziel, maar niet met jouw ego.” Waarmee ik bedoelde: in de basis ben je een goed persoon, maar jouw verdedigingsmechanismen (zijn aanvallen) kloppen niet.
Het contact met hem had mijn geestelijke toestand alleen maar verslechterd. Ik koos voor mezelf. Het was hij eruit of ik psychotisch – dus voor het leven schizofreen – de inrichting in. En ik weet niet of ik hem vanuit de kliniek had kunnen adviseren over een nieuwe vriendin. “Het ga je goed”, was het laatste dat ik schreef.
Onze verstandhouding verbreken voelde als een driedubbele karmische klap. Ten eerste: hoe ver had mijn vader moeten gaan voor mijn moeder van hem scheidde? Als tweede: hoe ver was mijn laatste depressie verslechterd doordat ik niet mijn grens had aangegeven? En er kwam een paranormaal aspect bij: ik was in de 19e eeuw in Engeland in een gezamenlijk leven aan de Belg ten onder gegaan. Dat wist ik natuurlijk niet vanuit mijn verstand, maar vanuit mijn intuïtie.
De numerologe had ook gezien dat het tussen ons in een vorig leven was misgegaan. Precies om die reden was ik in mijn ouderlijk gezin geboren met een tirannieke echtgenoot die zijn slaafse vrouw emotioneel mishandelde. Dit is je foute voorbeeld, leer ervan en bega in dit leven niet meer de fout die je toen hebt begaan. Ik had de Belg tijdens mijn crisis intuïtief ook herkend. Het voelde alsof ik hem de vraag wilde stellen: wat heb jij de afgelopen 40 jaar gedaan?
Doorbreking van het trauma
Het contact beëindigen was voor mijn geestelijke gezondheid kantje boord. De volgende ochtend werd ik ontzaglijk labiel wakker. Ik was de vorige avond mijn lenzen vergeten uit te doen en dacht even dat mijn ogen als vanzelf weer helemaal goed waren. Gelukkig ging ik mijn lenzendoosje checken en concludeerde, aangezien dat leeg was, dat ik ze de avond ervoor was vergeten uit te doen. Later op de ochtend ging ik dansen op het nummer ‘Poison’ van The Prodigy. Ik danste in die tijd veel als lichamelijke beweging en uiting van mijn emoties.
En toen gebeurde er iets ontzettend raars. Tijdens het dansen had ik het idee dat er een barrière werd doorbroken, alsof er een raket door een plafond brak. Ik ging naar mijn idee iets te letterlijk uit mijn dak. Ook ‘hoorde’ ik de mededeling: “Alle milieuleiders naar Noord.” Dit kon totale onzin zijn. Een volledige gobbleldygook van mijn gehele psychiatrische crisis. Ook voelde het alsof ik er een enorme klap kracht bij kreeg. Toen het liedje was afgelopen dacht ik: zo, nu even wat eten en drinken om te aarden. Alsof ik dit dagelijks deed. Maar vervolgens schoot er door me heen: wat is er hier in godsnaam gebeurd??!!
Die middag voelde ik me helemaal niet goed. Ik moest naar mijn psychiater O. en praatte onderweg met de taxichauffeur (toen ik hem een maand later weer ontmoette, kon ik me dit gesprek nog goed herinneren). Vlak voor mijn afspraak ging ik de Hema in. Daar zag ik de mensen heel wonderlijk: alsof ze een doorzichtige bubbel om zich heen hadden. De psychiater besloot ik intuïtief niet te vertellen wat er die ochtend was gebeurd. Dat kon hij niet aan en als hij bang zou worden, zou ik zeker in paniek raken. Ik begon over mijn nieuwe huis en zijn gezicht klaarde op van blijdschap over dit luchtige onderwerp. Ik ben van huis uit gewend alles alleen te doen.
’s Avonds thuis voelde ik me ontzettend labiel. Mijn dochter had wormpjes en ik was bang dat ik van een wormentabletje volledig om zou vallen. Ik wist natuurlijk dat dit onzin was; zo’n tablet doet niks met je hoofd. Maar het voelde alsof ik in de onderwereld over een heel dun richeltje moest lopen, langs de rand van een ravijn. Het was zaak níet naar beneden te vallen, anders weet ik niet waar ik beland was. Had de Belg mij toen gestoord, dan was ik waarschijnlijk nooit meer over de klap heen gekomen: voorgoed gek. Zoals mijn godsdienstleraar jaren daarvoor op de middelbare school had gezegd: het is zeer gevaarlijk om een sjamaan tijdens zijn/haar trip te storen.
De volgende ochtend was ik heel even bang dat het weer zo zwaar zou worden als het uitzitten van mijn eerste depressie. De numerologe had gesproken van de transformerende plutonische energie die psychiatrische ziektes ook in zich hebben; alleen sterke mensen kunnen die aan. Dit was mijn plutonische explosie, waar de zangeres Björk ook over zingt in het nummer ‘Pluto’ op haar album Homogenic (1997): “I just have to explode, but I will be brand new tomorrow, a little bit tired, but brand new.”
De dag erop landde ik. Mijn dochter moest afzwemmen voor haar diploma en we gingen samen naar het zwembad. De geluiden op straat waren veel minder hard en het autoverkeer minder uitputtend dan voor de transformatie. De omgeving was veel helderder. Ook merkte ik dat mijn gedachten en gevoelens nu samenvielen. Bij liedjes kon ik bijvoorbeeld tekst en melodie tegelijkertijd horen. Voorheen luisterde ik alleen naar de muziek (gevoel) en de woorden (ratio) drongen nooit tot me door. Nu wel, tegelijkertijd. Ook deed het direct pijn toen mijn man een vervelende opmerking maakte. Mijn teddybeer, waar ik tot de transformatie mee sliep, kon ik loslaten. Ik was in één klap groot.
Had ik tijdens mijn crisis tot nu toe aandrang gehad om naar binnen te keren, een zachte stuwende kracht dreef mij nu naar buiten. Ik deed alles om te aarden. In het park zitten bij bomen, aan de waterkant, met blote voeten op straat, zelfbevrediging. Want op de een of andere manier was de drang om mezelf aan te raken terwijl ik over de Belg fantaseerde zeer groot. De kracht van de twinflame ontketent namelijk de kundalini-energie. Bovendien was het waanzinnige dat ik – ook al was het contact nu verbroken – nog steeds geleefd werd door deze liefdeskracht. Die was soms zelfs zo onbeheersbaar, dat ik bij een vioolconcert van mijn dochter van verlangen haast niet stil kon zitten op mijn stoel.
Bindingsangst en narcisme – mijn vader
Na een week of twee begon ik te begrijpen dat de Belg mijn liefde wél had beantwoord. Alleen was hier sprake van extreme bindingsangst. Wat hem had verraden was zijn switch naar rotgedrag na mijn liefdesbrief. Als hij mijn liefde niet had beantwoord, zou zijn houding naar mij hetzelfde zijn gebleven. Het was niet voor niks dat hij in november plotseling depressief was geworden: de ontmoeting van twee zielsdelen veroorzaakt een blikseminslag in de ziel. Hij had toen natuurlijk niet willen toegeven aan zijn gevoel, omdat ik zo goed als zeker zou afknappen op zijn lengte als ik hem in het echt zou zien. Het moet hem zeer verbaasd hebben dat dat niet gebeurde. Sterker nog, er volgde na de ontmoeting een waanzinnige liefdesbrief, die hem – tegen al zijn principes en angsten in – onder de kast vandaan kreeg.
Toen ik korte tijd later echter mailde dat het zogenaamd ‘goed’ met mij ging, concludeerde hij – geholpen door mijn sms met excuus voor mijn brief – dat ik mijn liefdesverklaring waarschijnlijk niet had gemeend. Hij was woest: weer een vrouw die hem pijn had gedaan. De ultieme straf, test, aanval én kwetsing was mij mededelen dat hij verliefd was op een andere vrouw. Bovendien rent een man met bindingsangst zo snel mogelijk naar een ander om zijn gevoelens te blussen. Dat heb ik later ook bij verschillende kennissen gezien.
De Belg had – net als ik – een verleden van emotionele mishandeling, zowel in zijn ouderlijk gezin als door vrouwen in het algemeen. We zijn beiden hooggevoelig, dus dan komen kwetsingen nog eens extra hard aan. Een mishandeld, angstig mens reageert als een vals dier: het begint direct te grommen als je dichtbij komt. Mijn burn-out-therapeute zei later: “Hij kan dat helemaal niet. Hij heeft intense bindingsangst.” Ik had zijn beste vriendin mogen zijn of getuige op zijn bruiloft en hij zou meer van mij hebben gehouden dan van de bruid. Maar ik wilde maar een plek: die van zijn vrouw.
Onafhankelijk van mij had de therapeute ook de krenkende en kwetsende opmerkingen van zijn vader gezien. En ze zei dat de Belg in vergelijking met mij (na de omwenteling) slechts een fractie van bewustzijn over zijn leven en patronen had. Zijn uiterlijk en slechte behandeling door anderen hebben gemaakt dat hij zich minderwaardig voelt. Tegelijkertijd vindt hij het gerechtvaardigd om de vrouwen met wie hij een relatie aangaat ernstig te kwetsen, want als ze te dichtbij komen staan ze direct in zijn pijngebied. Op dat moment zijn alle middelen geoorloofd om haar te grazen te nemen. Zéker in mijn geval, want zo dichtbij was een vrouw nog nooit geweest. Zich emotioneel binden aan een partner wil en kan hij niet.
Ik weet nu dat dit allemaal complicaties zijn van het wolfspad. De Belg bleek twee druppels water mijn vader: ook een wolf. Bovendien gedroeg ik me als mijn slaafse moeder: de man vereren en najagen die haar niet wil. Verkeerd geprogrammeerd vanuit mijn ouderlijk huis probeerde ik na 2 maanden – toen ik het weer aankon – om het contact te herstellen via een sms. Ik wist nu immers dat hij mijn liefde wél had beantwoord. Ik kreeg 1 sms terug: hij was zijn promotie aan het schrijven, bedankte mij voor de hulp met het artikel en sloot af met “het ga je goed”; de laatste woorden van mijn afscheidsbericht. Hij liet mij op die manier in mijn eigen mes vallen, net als zijn vader vroeger bij hem deed.
Maar bij deze boodschap ging ik me natuurlijk niet neerleggen; ik wilde hem spreken. Ik heb gebeld, maar de telefoon werd niet opgenomen. De volgende dag heb ik drie sms’en gestuurd, waarin ik alles uitlegde omtrent mijn psychiatrische crisis. Geen antwoord. De dag dáarop kwam mijn sms niet door – dat gebeurde ook weleens bij een vriendin in Berlijn – en daarna heb ik het niet meer geprobeerd. Hij had me natuurlijk geblokkeerd, maar dat bedacht ik me pas een half jaar later. Die zondag heb ik hem nog gemaild, maar geen sjoege.
Ik kreeg silent treatment als straf. Wat op zich zijn goed recht was: had ik hem ook niet de pas afgesneden? Maar ik zou hem nooit hebben doodgezwegen, als hij mij nog had willen spreken. Hij had me een laatste gesprek van 5 minuten kunnen gunnen. Mijn vader (foute man 1 in mijn leven) presteerde het ironisch genoeg om te zeggen dat de Belg een foute man was. En net zoals mijn vader van zijn voetstuk was gevallen toen ik kind was, zo was mijn twinflame binnen zeer korte tijd van zijn sokkel gelazerd.
Verder in de paranormale crisis
Van mijn dochter had ik vlak voor deze contactpoging een kaartje gekregen, waarop ze zelf een zwaard en druppels bloed had getekend; samen met het blad van een plataan, de boom waar ik veel onder lag in het plantsoen vlakbij, die transformatie symboliseert. “Het bloed van de mannen”, had ze erbij geschreven. Was dit wederom bericht van mijn gidsen? Want mijn dochter kon dit als 6-jarige niet weten of zelf verzinnen. Tja, ik was inderdaad op dat moment aan mijn man ontsnapt en aan de Belg. Toen de silent treatment al was begonnen zat ik op een avond te dromen in de keuken of ik op hem moest wachten of dat ik verder met mijn eigen leven moest gaan. Uit het niets zei mijn dochter, die naast me zat: “Verder met je eigen leven gaan… Goh, ik weet niet waarom ik dit ineens zeg.”
Ik was intens verdrietig en ging door met verhuizen. De tekens – die bleven komen – maakten me hoopvol dat dit sprookje uiteindelijk toch goed zou aflopen. Ze varieerden van hoogsensitieve vrienden die kwamen aanzetten met Belgische cadeaus of uit het niets over wolven of roodkapjes begonnen tot Belgische nummerborden van auto’s op straat. Ook kwam ik vaak zijn naam tegen of zag ik onderwerpen op internet voorbijkomen, die aan hem gerelateerd waren, zoals wolven of zijn favoriete Pre-Raphaelite schilder Edward Burne-Jones. Ook kwamen op het IJ allerlei toepasselijke scheepsnamen voorbij. Bijvoorbeeld een boot, die uit twee delen bestond en Sublime I en Sublime II heette: een woord dat ik in een mail aan de Belg had genoemd. Of Amélie van zijn lievelingsfilm Amélie Poulain.
Ik was natuurlijk nog steeds ontzettend verliefd. En ik zal best dingen hebben aangezien voor tekens die dat niet waren, maar mij viel op dat ik niet voortdurend tekens kreeg. Als ik de hoop opgaf en dacht dat ik hem nooit meer zou zien, dan waren ze plotseling verdwenen. Bij het oversteken of onderweg was bijvoorbeeld geen Belgisch nummerbord meer te bekennen, terwijl ik er de rest van de zomer mee om mijn oren werd geslagen. Had ik weer hoop dan doken direct de auto’s weer op.
In september maakte ik de achtergrondfoto van mijn Facebook-pagina als een boodschap aan hem. Elke paar dagen een andere, in de hoop op een reactie. Dit was geen liefde, maar lijden; maar dat was ik vanuit mijn ouderlijk huis en relatie met mijn echtgenoot al gewend. Deze acties putten me vervolgens weer uit en nog steeds geen bericht van hem. Ik weet nu dat mijn gedrag symptomen van ernstige verlatingsangst toonde.
Elizabeth Siddal
Begin oktober waren de tekens er nog en mijn hoogsensitieve dochter vroeg ’s nachts in bed uit het het niets of ik toevallig iemand in België kende. Zij wist verder niks van mijn verliefdheid af. “Oké,” dacht ik toen, “Misschien bedoelen mijn gidsen dat ik een mail moet sturen.” Dus ik stuurde drie dagen achter elkaar een korte mail. Niks. Op dag 3 was ik volledig overstuur, omdat ik vergeefs de hele dag op hem had zitten wachten. Ik was nog steeds rotsvast overtuigd dat dit goed zou aflopen. Toen kreeg ik een teken dat ik weer net zo leed als in de 19e eeuw.
Aan het einde van die middag vond ik in een kringloopwinkel vlakbij een boek met in de titel het woord ‘wolf’ en op de voorkant het portret van het Britse Pre-Raphaelite-model, kunstenares en dichter Elizabeth Siddal (1829-1862). Zij was de muse en geliefde van schilder Dante Gabriel Rossetti. De Pre-Raphealite-stroming had in het contact tussen mij en de Belg enorm geresoneerd. En toen hij over zijn band met Engeland schreef was de energie hetzelfde als die van mijn beeld van dat land.
Siddal was Rossetti’s twinflame/grote liefde. Aan het begin van hun relatie was hij geobsedeerd door haar en stond zij op al zijn schilderijen, maar uiteindelijk wilde hij wel met haar samenwonen, maar niet trouwen. Dit maakte Siddal een gevallen vrouw: een schande in de victoriaanse tijd. Bovendien ging Rossetti na verloop van tijd relaties met andere vrouwen aan.
Siddal ging desondanks niet bij hem weg, maar raakte verslaafd aan de opium. Door haarzelf te treffen nam ze wraak op Rossetti. Telkens als ze ernstig ziek was, kwam hij naar haar toesnellen. Toen Siddal op een gegeven moment half dood was, heeft Rossetti haar naar de kerk gedragen, zodat ze konden trouwen. Siddal was echter sterk, herstelde en werd zwanger van hun uiteindelijk dood geboren dochter. Korte tijd later heeft ze zelfmoord gepleegd. Na haar dood plaatste Rossetti Siddal weer op een voetstuk en is hij haar nooit vergeten. En wat dit duo ook betekende in mijn geval: het was geen goed voorbeeld voor de 21e eeuw.
Terug op aarde
De burn-out-therapeute probeerde me met beide voeten op de grond te krijgen, door te zeggen dat de Belg heus wel mijn huis zou kunnen vinden, als hij wilde. Maar dat ik in mijn leven zo weinig liefde had gehad en zo rot was behandeld, dat ik niet begreep dat dit écht einde oefening was. Alle liefde en belangstelling waren van mijn kant gekomen. Ik heb haar later meerdere keren gevraagd of ik in deze tijd niet psychotisch was, maar dat heeft ze stellig ontkend.
Ondanks de ontnuchteringspoging van mijn therapeute kwam ik nog steeds wolven en roodkapjes tegen, dus ik hield hoop. Op een verjaardag hield een tante bijvoorbeeld plotseling een rode plastic bak boven haar hoofd en zei: roodkapje. Ik concludeerde – onderwezen door mijn gidsen tijdens mijn crisis – dat ze hoogsensitief is. Er kunnen blijkbaar gedachten bij haar in de radar worden gegooid, want je intuïtie is een soort antenne. In de jaren zeventig had deze tante via een Ouijabord ook een keer mijn overgrootmoeder gechanneld.
Toen ik eind november voor het eerst sinds juni de Belg een sms probeerde te sturen, viel eindelijk het kwartje dat hij me had geblokkeerd. Om toen voor eens en altijd op aarde te landen heb ik hem met mijn nummer onzichtbaar gebeld. Hij nam op en ik vroeg of ik hem alsjeblieft mocht spreken, omdat ik zo graag wilde weten hoe het ging. Hij bleek in de auto te zitten, zei drie keer verbouwereerd “avonds” en iets van ja. En ik dacht: nu komt het toch nog goed! Natuurlijk niet. Toen ik rond 19:20 belde werd er niet opgenomen. Wel kreeg ik direct een woeste sms dat hij met zijn nieuwe vriendin in de auto had gezeten aan wie hij heel zijn hart gaf. Dit was instant karma voor mij, want de relatie met mijn ex was met een verhouding begonnen. Ook reageerde hij woedend over mijn opmerking uit april dat ik hem een groot ego had verweten: het was niet egoïstisch dat hij niet verliefd op mij was.
Dit was het totale einde van een zeer eenzijdige liefdesgeschiedenis. Hij was de ware geweest, de andere zielshelft, de twinflame. Mijn gidsen hebben dit bevestigd, onder andere door mij te wijzen op een zelfgemaakte collage van lang geleden die de twinflame aankondigde, net als de cadeaus die hoogsensitieve vrienden mij op mijn 40e verjaardag in de zomer voor onze ontmoeting hadden gegeven. Tegelijkertijd is de deur naar hem heel stevig dichtgetimmerd, want hij denkt natuurlijk dat ik een gekke stalker ben. Maar heel even (na mijn liefdesbrief) heeft hij volledig van mij gehouden, als enige vrouw in zijn leven. Wellicht heeft hij toen 1 seconde gedacht dat hij zijn script zou breken om een vrouw meer dan 1 bloem te geven. Maar zijn angst won en onze verstandhouding was net als in een vorig leven weer een drama. Precies mijn ouders: pa slaat erop uit bindingsangst, ma blijft er door verlatingsangst en gebrek aan grenzen achteraan rennen.
Daarna
We zijn voor dit leven geëindigd in de klassieke runner-chaser-verhouding, waar zo goed als elk twinflame-koppel mee eindigt. Met deze kracht heb ik revolutie kunnen maken in mijn leven: ik heb mijn ziel hervonden en ben teruggekwakt op mijn levenspad. Hij voelt zich geen lelijk eendje meer; ik ben zeer waarschijnlijk verlost van mijn zware depressies. Twee wolven met ieder eigen lessen om te leren. Gelukkig woont hij relatief ver weg, anders had ik moeten verhuizen.
Mijn huisarts concludeerde aan het eind van mijn overspannen episode dat verliefd zijn een soort psychotische toestand is en daar houden we het dan maar op. Het was ‘manic love’ à la kunstenaar Jordan Wolfson. Tegelijkertijd hebben mijn voeten tijdens deze periode de grond niet helemaal verloren. Ik was ondanks de tekens en mijn mega-roze wolk, geaard genoeg om te kunnen verhuizen. Het gevoel was anders dan de zondagmiddag in maart toen ik wél op de rand van een psychose zat. Bovendien – en dat is eigenlijk het belangrijkste – worden sjamanen ingewijd met een (semi-)psychose. En mijn gidsen hebben mij aan het eind van deze twinflame-gekte duidelijk gemaakt dat ik een sjamaan ben. Ik ben zelfs vorig jaar op straat geïnitieerd.
Een goede vriendin ontmoette in precies dezelfde periode ook haar twinflame. Haar levenspad en levenslessen lopen aardig parallel met de mijne, maar dan minder heftig. De romance leek qua dynamiek erg op mijn ‘verhouding’ en heeft mij veel inzicht in mijn eigen situatie geboden. Haar twin was beschadigd en had bindingsangst. Zij had al een relatie (en is gebleven), maar hij heeft haar hart gebroken en bij haar zie je symptomen van verlatingsangst.
Mijn burn-out zit nu in zijn derde jaar, maar is veel beter te dragen dan zware depressie met suïcidaliteit. De batterij is snel op en moet voortdurend worden opgeladen, maar dat gaat steeds beter en ik heb geen last van sombere gevoelens. Met therapie werk ik aan het feit dat ik – ook na de twinflame – op mijn vader bleef vallen. Ik weet nu dat het disfunctioneel op foute mannen afstappen, jezelf vervolgens totaal afhankelijk opstellen en zelfs verliezen in de ander ‘codependency’ heet. Schrijven helpt met het verwerken van deze periode, het bijsturen van mijn gedrag en helen van oude wonden.
Tekens krijg ik nog steeds op dagelijkse basis. Alleen slaan ze nog maar zelden op de Belg. Mijn gidsen geven zo aan welke activiteiten ik moet ontplooien (zoals schrijven) en wat mijn levensmissie is. Ik ben sjamaan én lichtwerker en mag de wereld met mijn enorme wolfskracht begeleiden in de overgang naar een nieuw tijdperk.
Ik heb hard gewerkt om over mijn gebroken hart heen te komen en silent treatment is niet eenvoudig. Maar ik weet dat ik hem terugzie, al zal dat niet meer in dit leven zijn. Ik heb mijn karma ingelost en de twinflame heeft een zeer groot deel van mijn ego eraf gebrand. Je kunnen spiegelen in een ander is zeer leerzaam geweest. Alle adviezen die ik hem heb gegeven kon ik op mezelf toepassen. Ik hoop nu in staat te zijn om mij in liefde en nabijheid te verbinden aan iemand die ook een relatie met mij wil en goed voor mij is. Dus ik maak vooruitgang op vorige levens en waan me na deze transformatie Mega Mindy 😉