Artikel – Het aanknopen van een relatie met een beschadigde achtergrond

Als je zoals ik in je leven nogal wat beschadigingen hebt opgelopen is het niet eenvoudig om een goede, gezonde relatie met iemand te beginnen. Ik denk dat ik er nu op mijn 44e pas een beetje klaar voor ben en dan nog is het keihard werken. Mijn toekomstige man en ik hebben een soortgelijke, heftige achtergrond. Dat is een voordeel in het begrijpen en aankunnen van de ander, maar een nadeel omdat we beiden met erg disfunctioneel gedrag op de proppen kunnen komen en we bovendien elkaars oude pijn triggeren. Het vergt zeer veel moed, liefde, vergevingsgezindheid en vertrouwen om elkaar in en na een crisis weer de hand te kunnen reiken. Maar als je samen door de storm kunt gaan kom je er als relatie uiteindelijk sterker uit. Elk nadeel heeft zijn voordeel, zeg maar.

Probleem nummer 1 bij beschadigde partners is het feit dat beide kanten lijden aan enorme relatieangst. Heb je angst in je energieveld, dan trek je mensen met dezelfde hoeveelheid angst aan, maar dan vaak in de tegengestelde richting (opposites attract). In veel gevallen is dat bij vrouwen verlatingsangst en bij mannen bindingsangst, maar je kunt samen ook heel gemakkelijk stuivertje wisselen. In principe zetten de ego’s – de verdediging van de ziel – van beide partners erop in om de afstand tussen hen gelijk te houden: rent de een niet achter de ander aan, dan de ander achter de een. Of je hebt in de ene relatie last van bindingsangst en in de andere relatie van verlatingsangst. De angsten nemen in gelijke mate toe: wordt de een bindingsangstiger, dan roept dat bij de ander automatisch verlatingsangst op. En dan maar elkaar achtervolgen.

De remedie voor het remmen van deze angst is níet om je partner te willen veranderen en fixen. De enige persoon over wie jij in deze wereld – als het goed is – volledige zeggenschap hebt, ben jijzelf. Anderen willen veranderen kost bovendien ontzettend veel moeite en vaak mis je dan het bord voor je eigen kop of wil je daar expres niet naar kijken. Je kunt je angst laten afnemen door jezelf te helen. Des te minder angst er in jou vibreert, des te rustiger de partner ook kan worden. En wees je ook bewust van je eigen angsten, zodat je die niet bij je partner gaat zitten manifesteren. Bijvoorbeeld: ik ben bang dat zij weggaat, dus ik ga haar net zolang vervelend behandelen tot ze weggaat. Ha, script waar!

Het helpt ook om je positief op te stellen en in gedachten te houden dat de relatie goed gaat of goed komt. Dit is sowieso een algemene levensles. Ben je optimistisch, dan denk je voornemens ‘omhoog’. Ben je pessimistisch dan is de kans veel groter dat je idee mislukt. Je doet er bijvoorbeeld zelf al minder moeite voor, omdat je toch denkt dat het niks wordt. Het gevolg: een mislukking. Tegelijkertijd moet positief denken natuurlijk geen roze wolk worden, die ten koste gaat van een realistisch perspectief.

Waar mijn geliefde en ik veel baat bij hebben is de hulp van onze wederzijdse gidsen. Er is namelijk genoeg oude pijn in ons beiden aanwezig om elkaar flink te lijf te gaan. En een valse wolf die je naar de strot vliegt? Nee, dank u, liever niet. De zielen zijn een match. De verdedigingsmechanismen van onze zielen een hindernis om samen te nemen en dan te concluderen dat er nog wat zaken opgeruimd en geheeld moeten worden om weer nader tot elkaar te kunnen komen.

Geloof en vertrouwen in de ander spelen ook een grote rol en daar zijn mensen met een beschadigde achtergrond vaak minder sterk in. Ik betrap mezelf er bijvoorbeeld op dat ik door oude programmering en pijn schuldig en onschuldig vaak niet meer goed uit elkaar kan houden. Als iemand dichtbij komt is de dreiging eigenlijk al direct zo groot, dat ik mezelf moet weerhouden om niet in de aanval te gaan. Opgegroeid in een gezin waarvan de mannelijke leden een narcistische en psychopathische stoornis hebben, betekent dat je een heel raar wereldbeeld krijgt: niemand is te vertrouwen en als mensen zich lief voordoen zijn ze onderwater pas écht kwaadaardig.

Wat mijn gidsen deze week ook hebben aangegeven – door een schaap als totemdier aan te wijzen – is dat we vooral met zachtaardigheid en compassie naar onze tekortkomingen moeten kijken. Het is voor ons allebei namelijk eigenlijk überhaupt een wonder dat we er nog zijn. De Bron en onze gidsen bezien ons altijd met liefde. Ze hebben geen oordeel, maar begrijpen altijd waarom we doen wat we doen: of dat nu uit zielsverlangen of een beschadiging voortkomt. Je mag eindeloos fouten maken en wordt altijd weer vergeven. Het is geen probleem als je nog eens een klas moet overdoen; het geduld van de Andere Kant is eindeloos.

Wat mijn toekomstige man en mij betreft: we proberen altijd weer naar het Licht en elkaar toe te keren. Uit liefde voor de ander ben je bereid heel diep in je eigen spiegel te kijken. Ook als het je totaal niet aanstaat wat je daar over jezelf ziet. Onze liefde is een kans en een geschenk. Een plantje dat je moet koesteren en niet samen kapotslaan. Gun elkaar daarom ook altijd genoeg ruimte, want planten hebben ook rust en zuurstof nodig. Loslaten in vertrouwen is een kunst, waarbij de bloesemtakken elkaar later vanzelf weer zullen vinden. Want de Liefde is vrij en groter dan angst.