Ik heb onlangs een erfenis van een tante gekregen en weet niet hoe ik het heb. Er staan bedragen op mijn bankrekening die er nog nooit op hebben gestaan. En dan verbaast het mij dat binnen een familie de een zoveel geld kan hebben en de ander praktisch niks. Nu zat dit geld in een huis en dat komt dan pas vrij als je het verkoopt, maar toch.
Ik zie dit principe namelijk door onze hele samenleving heen. De een crepeert, terwijl de ander in luxe leeft én geen poot uitsteekt om de persoon die minder fortuinlijk is te helpen. Dat dit normaal zou zijn, vind ik verbijsterend. Ik weet niet wat de rijke persoon denkt: ach arme, stik jij maar. Ik heb hier hard voor gewerkt en jij doet niks. Anders zou je niet zo arm zijn. Maar het leven kan tegenzitten: je wordt ziek, werkloos, gaat scheiden.
En het maakt wel degelijk uit waar je geboren bent. Dan is er kapitaal in de familie en ook de mensen met wie je omgaat – vrienden, partners – zullen meer geld en bezit hebben: jouw klasse. Door rente groeit dit kapitaal uit zichzelf. Een rijke man zei jaren geleden tegen een kennis: het eerste miljoen is hard werken, maar daarna gaat het vanzelf. Want je kunt geld met geld verdienen. Volgens de islam is dat niet toegestaan en ook bij ons in de middeleeuwen was het zondig om met niks, zonder arbeid, geld te verdienen aan rente.
Bij de indianen/de bewoners van de First Nation in Noord-Amerika was het principe van niet delen ondenkbaar. Je status nam juist toe naarmate je meer weggaf. En eerlijk gezegd is er een psychopathische mindset voor nodig om alles voor jezelf te houden en geen kick te geven terwijl de ander lijdt. Dat is een houding voor machines zonder gevoel en overlevers onder zeer barre omstandigheden waarin het jij is of de ander, maar niet voor mensen in een normale tijd.
Er is op deze aarde namelijk genoeg, als iedereen maar met elkaar deelt en niet meer neemt dan hij/zij nodig heeft. Koningshuizen en miljardairs mogen zich van mij achter de oren gaan krabben waar ze in godsnaam mee bezig zijn. Dat jij van gekkigheid niet weet waar je je geld aan moet uitgeven, terwijl de ander bij de voedselbank staat, dat kan echt niet.
In Amsterdam-Noord zie ik dat het juist de allerarmsten en zieken zijn die elkaar helpen. Zij weten immers wat het is om niks te hebben, terwijl er niemand naar je omkijkt. En zo heeft de Bron het leven op deze planeet nooit bedoeld.