Artikelen, Spiritualiteit en religie

Vriendschap in Tibet tussen non en journaliste

Recent ben ik begonnen met het lezen van een boek dat ik al jaren in huis had (zoals zoveel van mijn boeken ongelezen, zucht) Een vriendschap in Tibet (2007) van Britse schrijfster/journaliste Claire Scobie. Ze vertelt het verhaal van haar band met Ani, een Tibetaanse non. Nu vond ik het gedweep van westerlingen (bijvoorbeeld Brad Pitt of Richard Gere) met Tibet en de Dalai Lama altijd wat irritant, maar dit boek heeft me echt geïnteresseerd gemaakt in een bergachtig land dat sinds 1950 bezet is door China.

Nu hebben vrouwen en religie sowieso mijn belangstelling, dus nonnen zeker. Die haken aan vorige levens en zijn bovendien onafhankelijk van mannen, wat vroeger altijd mijn stokpaardje was. Ani reist als pelgrim permanent door Tibet, leeft van aalmoezen en mediteert onder zeer sobere omstandigheden in grotten hoog op de berg. Claire probeert – als op materie georiënteerde westerling – haar spirituele voetstappen te volgen.

Je krijgt zo een goed beeld van een heel andere manier van leven dan wij als moderne Europeaan gewend zijn. Van de lessen in meditatie kan ik zeer veel opsteken: wat het met je geest doet als je dat goed praktiseert. Het kan je letterlijk verlichten door je energieveld op een stabielere, hogere frequentie te brengen. Omdat ik te ongeduldig ben heb ik zelf nog steeds moeite met mediteren, hoe vaak mijn gidsen me ook vermanen dat ze zo gemakkelijker contact met me kunnen leggen. Ani’s leven heeft in mijn ogen meer zin dan dat van niet-spirituele westerse mensen die alleen achter hun agenda, geld of status aanrennen.

Zoals in de meeste patriarchale religies wordt er binnen het Tibetaanse boeddhisme helaas neergekeken op vrouwelijke geloofsgenoten: een non staat in de rangorde onder een monnik. Tara, godin van compassie met 21 gedaanten, heeft daarom lang geleden gezworen dat ze elk leven opnieuw zou incarneren als vrouw om te bewijzen dat ook zij de staat van verlichting kunnen bereiken. En Ani laat zich niet ontmoedigen, hoezeer het atheïstische Chinese regime Tibetaanse nonnen en monniken ook vervolgt.

Wat mij bijzonder interesseert is dat er binnen de spirituele praktijken van het Tibetaans boeddhisme kennis is van de werking van energievelden en chakra’s (de verschillende energiecentra in je lichaam), zoals bijvoorbeeld hoe je je veld kunt helen en chakra’s opschonen. Het is ontzettend jammer dat westerse doktoren, zeker psychiaters, hier geen weet van hebben. Medicatie kan een oplossing zijn, maar er is nog zoveel meer mogelijk om psychische problemen te lijf te gaan. Daar is een wereld te winnen.

Ik wil in ieder geval zeker een keer op pelgrimstocht naar Tibet. Door me met spiritualiteit te verbinden krijgt mijn wereld zoveel meer diepte. Het is alsof ik aan mijn kruin omhoog wordt getrokken richting de sterren, terwijl mijn voeten tegelijkertijd stevig verankerd op de aarde blijven staan. Het geeft mijn leven meer zin. Ik kan me met oude kennis verbinden, die ik eigenlijk mijn hele leven al slapend in me had.